Lauden

De Lauden, ook wel morgengebed genoemd, wordt gebeden om 7-8 uur in de ochtend.

De lauden (lofgebed) is pure lofspraak. Ze is de eerste beweging van het hart en van de geest, vooraleer de mens aan zijn dagtaak begint. “De lofspraak aan God”, zegt Basilius, “is er om aan God de eerste beweging van onze ziel en onze geest toe te wijden, opdat we niets zouden ondernemen vooraleer we vreugde hebben geput uit het denken aan God. Zo staat trouwens geschreven: ‘Ik heb aan God gedacht en het was me een vreugde’.”
Bij het opkomen van de zon gaan de gedachten van de Kerk naar de zon die Christus is. Daarom zingt ze ook altijd Zacharias’ lofzang: “De opgaande Zon die verschijnt aan hen die in het duister en de schaduw van de dood zijn gezeten.” (Lc. 1, 78-79)

De lauden is als volgt opgebouwd:

een hymne,
twee psalmen met antifonen,
een lofzang uit het oude testament met antifoon,
korte schriftlezing,
beurtzang,
de lofzang van Zacharias met antifoon,
slotgebeden.